Mijn website

Home Verhalen Foto's Filmpjes Wereldreis Tips Paklijst Links



Dit was het jaar dat er een droom van mij uitkwam. We gaan naar Amerika. Dit was ook het jaar dat er een droom van mij werd verbroken. Het raakte uit tussen mij en mijn vriendin. Omdat we geen ruzie hadden en wel al geboekt hadden, zijn we toch samen op vakantie gegaan. Het werd dus een soort afscheidsvakantie.

Het eerste plan was om van San Fransisco naar Denver te fietsen. Doordat we in juli en augustus gingen bleek dat niet echt een verstandige route. De Death Valley zit daar namelijk tussen. En die staat er om bekend dat het erg warm wordt. Het alternatief was ook wel warm, maar een stuk beter te doen. We gaan nu van Salt Lake City naar Denver.

Salt Lake City


Voor de eerste dag hadden we natuurlijk niets gepland dus toen we om 22.00 uur in Salt Lake City stonden moesten we nog een slaapplekje vinden. Een Nederlandse vrouw die op het vliegveld werkte kwam ons te hulp. Ze wist wel een goedkoop adresje om te overnachten. Ze schreef het adres op en gaf ons een ruwe routebeschrijving en op pad waren we. Voor het eerst in Amerika. Het was alles behalve prettig. We reden over een vrij grote weg met veel verkeer en het was al donker. Na tien keer vragen hadden we eindelijk het motel gevonden. We mochten nog 30$ betalen. Echt goedkoop was het niet, maar we hadden een dak boven ons hoofd.

Salt Lake City is gesticht in 1847 door Brigham Young toen hij hier met een groep kolonisten van de sekte der mormonen kwam. De mormonen zijn volgelingen van de leer van de Kerk van Jezus Christus van de Heiligen der laatste dagen. De stad ligt gelegen ten zuidoosten van het Great Salt Lake en aan de voet van de Wasatch Mountains. De bekendste gebouwen zijn te vinden op de Temple Square. Daar staan o.a. de Mormonentempel (1893) en het Tabernacle (1867). Salt Lake City is hoofdstad van Utah, en heeft 854.000 inwoners. Op de Temple Square zijn allemaal jonge meisjes en jongens aan het werk. Ze geven rondleidingen en zij die geen rondleidingen geven proberen mensen over te halen om een rondleiding te nemen.

Het gaat er heel vriendelijk aan toe. Je wordt vriendelijk begroet en vriendelijk de weg gewezen. Het gaat bijna zover dat ze je uit gaan zwaaien als je het terrein weer verlaat.

De route die we volgden was Route 89. Deze zou ons langs alle mooie plekjes van het land leiden. Eerst langs de Bryce Canyon, daarna het Zion National Park en als laatste, maar niet het minste de Grand Canyon. Voordat we daar zouden komen moesten we nog wat doen: fietsen! We reden in zuidelijke richting en dat was ook te merken. Het werd steeds warmer en dus aangenamer. Dat er aan de temperatuur ook een maximum kan zitten voor wat nog aangenaam is zouden we later aan de lijve ondervinden.

"Om halfnegen vertrokken nadat we zijn gewekt door een echte haan. De weg ging weer voor het grootste gedeelte door valleien. Het leuke hiervan is dat als je door de vallei rijdt je geheel omringd bent door bergen. En je ziet geen weg die over de berg gaat. Maar Amerikanen zijn slim. De weg volgt gewoon een riviertje dat door een canyon gaar. Ze rijden dan wel een stuk om, maar dat kan ze niet schelen. De afstanden zijn toch al enorm".

De Bryce Canyon is een ontzettend mooi natuurspektakel. Honderden door de wind en erosie uitgesleten pilaren in alle vormen en maten. En dat alles in de meest uiteen lopende tinten rood. We konden onze ogen niet geloven. De Indianen die hier eeuwen geleden woonden geloofde dat de pilaren het werk waren van een kwade God en zij noemde de rotsformaties "red painted faces". Hier zou iedereen eigenlijk verplicht een keer heen moeten. Om te genieten, en om te bedenken wat voor iets moois de natuur eigenlijk is en dat we daar erg zuinig op moeten zijn.

Om bij het Zion National Park te kunnen komen moesten we nog een truc uithalen. Het park bestaat namelijk uit een erg diep dal omgeven door steile en hoge rotsformaties. En om het voor auto's wat makkelijker te maken om daar te komen is men zo slim geweest om een tunnel te maken. Er mag maar van één kant tegelijk door gereden worden achter een volgauto en daardoor mag je er met de fiets niet doorheen. Waarschijnlijk komen hier vaker fietsers, want toen wij bij de ingang van de tunnel aankwamen liep er gelijk iemand op ons af. Hij vertelde ons dat we niet door de tunnel mochten fietsen, maar dat hij een pick-up aan zou houden. Dan konden de fietsen in de bak en mochten we toch door de tunnel. Als we aan de andere kant kwamen moesten we wel gelijk weer uitstappen, want de afdaling was een ontzettend mooie. Na 5 minuten zaten we al achter in een auto. Wat betreft de afdaling had de man ook gelijk. Een waanzinnig uitzicht op het dal en een langzaam slingerende weg naar beneden. Er was alleen één probleem. Deze weg moesten we ook weer terug, en niets is zo vervelend als een berg af te dalen terwijl je weet dat je er een paar dagen later ook weer tegenop moet.

Zwaar afzien


Nadat we een dag door Zion gewandeld en gefietst hadden moesten we weer verder. Ook de terugweg door de tunnel verliep goed. We zaten bij twee oude mannetjes achter in de auto. Omdat er voor vandaag een lange etappe op het programma stond besloten we om een stukje in de auto te blijven zitten. Hier waren we toch al geweest en de dag zou al lang genoeg worden. Op een T-splitsing zijn we uitgestapt. De auto ging naar rechts en wij naar links. Blijkbaar zaten we op een plateau, want de weg ging kilometers lang naar beneden. Heel geleidelijk. Dat gaat goed dachten we. Het was ondertussen al middag geworden en de temperatuur liep al naar de 40 graden. Aan dit dalen moet toch ooit een eind komen, dachten we nog. En dat deed het ook. Eerst werd de weg vlak, maar later ging het vals plat omhoog. We gingen steeds langzamer fietsen en het werd ook nog steeds warmer. Doordat je bijna niet ziet dat de weg omhoog gaat, is het erg frustrerend om zo te moeten zwoegen om vooruit te komen. Een trucje om te zien dat de weg toch omhoog gaat is achterom kijken, dan zie je namelijk dat de weg omlaag loopt. Op het eind moesten we ook nog een stuk steil klimmen. We dachten dat we het nooit zouden halen. Eenmaal boven gekomen waren er weer bomen en was het niet meer zo heel erg warm. Op een afstand van 50 kilometer hebben we 6½ liter water gedronken en een blikje cola.

De camping waar we gingen overnachten was er één van het soort natuurcamping. Dat houdt in dat er geen douches zijn, en de w.c. is een houten hokje met daarin een ronde ton. Onder het hokje is de grond een paar meter afgegraven en daar doet iedereen zijn behoefte. Het is dus zaak om niet in de ton te kijken en lang je adem in te houden. Mijn favoriete toilet was dan ook onderweg, achter een boom(pje).

De volgende dag was het precies hetzelfde scenario. Eerst weer het plateau af wat erg goed gaat. Tegen de tijd dat het zwaar wordt is het zo warm geworden dat alle kracht uit je lichaam vloeit. Op dit stuk van de route is er ook bijna geen bewoning dus even ergens rustig gaan zitten kan je ook niet. Nadat we al weer een paar uur aan het zwoegen waren stopte er een auto naast me. Er zaten twee vrouwen in en die vroegen of dat meisje wat een paar kilometer terug aan het lopen was bij mij hoorde. Ik zei ja. Bij het horen van de woorden 'een paar kilometer terug' en 'lopen' schrok ik me rot. Ik keerde gelijk om en ging als een speer terug. Wat was ik stom geweest om haar uit het zicht te verliezen. Misschien was er wel wat ernstig gebeurd. Dit zou me niet meer overkomen. Voortaan zou ik dichtbij haar blijven rijden. De paar kilometer viel gelukkig mee. Het was hooguit een paar honderd meter, maar ze was wel aan het lopen. Ze was helemaal uitgeput. Ik zei dat lopen met de fiets ook geen zin had, want dat is nog zwaarder dan fietsen met de fiets. Nadat we even hadden uitgerust en wat gegeten hadden konden we weer voorzichtig verder.

Met veel pijn en moeite kwamen we bij een nederzetting van de oorspronkelijke bewoners van Amerika: de Indianen. Zij zitten nu bij elkaar in reservaten op het meest onvruchtbare land wat er is. Bij een huis stond een blikjesautomaat. We snakten naar een koude cola, maar we hadden alleen geen quarters die in het apparaat moesten. Dan maar even aankloppen bij het huis waar de automaat voor stond. Een verbaasd kijkende man deed open. Waarschijnlijk staan er niet elke dag twee fietsers uit Nederland voor zijn deur die om wisselgeld vragen. De man was erg vriendelijk. Hij bood ons zelfs een stuk indianenbrood aan. Het was erg aardig bedoeld, maar het brood was zo droog dat het bijna niet weg te krijgen was. Ik moest nog maar een blikje drinken. We mochten ook de tent achter zijn huis opzetten, omdat er verderop langs de weg niets meer was waar je veilig kon gaan staan. 's Avonds nodigde hij ons nog uit bij hem thuis. Daar konden we even wassen en wat drinken. Zijn kinderen waren Streetfighter aan het spelen op de Nintendo.

De volgende dag heeft hij ons een stuk op weg gebracht met zijn pick-up. Achteraf viel de route wel mee, maar het was toch wel lekker om na een paar loodzware dagen even rustig op gang te komen.

Grand Canyon


Het begon alweer warm te worden. Ik was erg bang dat het net zo'n zware dag zou worden als gisteren. Bij Cameron hebben we naar huis gebeld om te vertellen dat alles goed ging. Nog even wat gegeten en op weg naar de Grote Scheur. Als je in Amerika bent is het wel een verplichting om hier heen te gaan. Je bent ook niet echt in Parijs geweest als je de Eiffeltoren niet hebt gezien. We reden de weg op en sloegen rechts af. De weg ging weer heel stilletjes omhoog. Aan de kant van de weg stonden borden met teksten als: "Nice Indians ahead". We waren benieuwd wat dat betekende. Werden we zo opgewacht en moesten we eerst de vredespijp roken? Het viel allemaal wel mee. Er stonden gewoon wat kraampjes waar de lokale bevolking hun zelfgemaakte sieraden verkocht. Zo konden ze toch een beetje geld verdienen. Achter een berg verscheen ondertussen een klein wolkje. Steeds als ik even niet naar het wolkje keek werd het snel groter. Ik dacht nog: "Oh, een lekker wolkje voor de zon, dat kan geen kwaad". Maar het wolkje was duidelijk niet van plan om alleen voor de zon te gaan hangen. Het wilde meer. En al snel viel de eerste druppel. Daar bleef het ook niet bij. Even later viel het hemelwater met bakken tegelijk op ons neer. Snel de fiets aan de kant en schuilen bij één van de kraampjes. Een beetje belangstellend hebben we rondgelopen tot het droog werd. Net toen we op de fiets wilden stappen begon het weer te hozen. Het leek wel of het wolkje er plezier in had om met ons te spelen. Op deze manier zouden we nooit bij d Grand Canyon komen. Konden we thuis alleen vertellen hoe mooi de kettinkjes waren. Dus regenjas aan, blik op oneindig en net doen of het leuk is om door de plensregen te fietsen. Veel van de omgeving zie je niet op deze manier. Je kijkt alleen naar de weg en denkt aan de warme douche die je bij aankomst denkt te gaan nemen. Na twee uur trappen kwamen we bij de ingang van het park. Vlak daarna was de campground. Er stond alleen een bordje "full" bij, en de volgende campground was nog eens 40 kilometer verderop. Daar hadden we dus geen zin in, en op deze plek zou ook het mooiste uitkijkpunt zijn. Toch de campground op gereden, nog steeds in de hoosregen. Er bleek inderdaad geen plekje te zijn. Dat bordje had dus niet gelogen. We hadden dus een probleem. Maar dat was snel opgelost. De plekjes waren vrij groot. Daar konden makkelijk twee tenten op staan. Aan een stel jongens gevraagd die hun tentje aan het opzettenwaren of wij er ook bij mochten. Dat vonden ze geen probleem. Dus in noodvaart de tent weer opgezet. Helaas bleek er op de campground geen douche te zijn. Dat was even een tegenvaller. Maar we stonden wel vlak bij het bekendste natuurwonder op de aarde.

De volgende dag konden we dit natuurwonder eindelijk eens gaan bekijken. De zon straalde ons al tegemoet. Bij het uitkijkpunt was het al een drukte van belang. Veel dagjesmensen die even een glimp opvangen van de Canyon en daarna weer snel wegreden op naar de volgende toeristische attractie. De enige manier om hier te genieten is een rustig plekje zoeken en daar heel lang om je heen gaan kijken. Het is niet te geloven wat je ziet. Zo groot en mooi. En dan te bedenken dat de schepper van dit alles een rivier is, de Colorado rivier, die zo diep is doorgesleten in de aardkorst dat je hem bijna niet meer kan zien. Hier bedenk je ook dat de hele mensheid maar relatief is. De natuur is hier al miljoenen jaren bezig terwijl wij er in een paar jaar een geweldige puinhoop van gemaakt hebben. Daar word je natuurlijk wel een beetje somber van.

Zouden mijn kinderen hier ook nog van kunnen genieten of mogen zij allen nog maar de foto's zien, al dan niet in 3D.

De zonsondergang is denk ik het mooiste tijdstip om een foto te maken. En met mij dachten nog een tiental mensen dat. Met iedere tel dat de zon lager kwam veranderde de kleuren van het gesteente. Doordat ook de schaduwen steeds langer werden leek de Canyon wel tot leven te komen. Alsof er een startschot werd gegeven knipt iedereen een foto op het moment dat de zon nog net te zien was. Ik ook.

Bij... gebeurde er iets wat heel vervelend af had kunnen lopen als we niet op de fiets, maar met een auto waren geweest. We hadden een jeugdherberg gevonden en onze spullen daar neergezet. We zouden even op een bankje voor de supermarkt zitten. Komt er een jongen naast ons zitten. Hij vertelt ons dat hij Indiaan is, en dat zijn broer, die dan net komt aanlopen, een medicijnman is. Hij vroeg of wij wel een geheim wilden zien. Alleen zij wisten ervan. Het was een grot waar allemaal slangen zaten. Die leek ons wel interessant, een slang hadden we nog nooit gezien. Dus we liepen met ze mee naar het parkeerterrein. Daar aangekomen vroeg hij waar onze auto stond, want het was wel een stukje rijden. Toen we vertelden dat we geen auto hadden en dat we op de fiets aan het rondtrekken waren liep de broer al weg. De andere jongen begon toen een zielig verhaal op te hangen over hoe arm ze waren en vroeg toen om een dollar. Die hebben we gegeven in de hoop dat we dan van hem af zouden zijn. Dat lukte. Even later bedachten we ons wat er had kunnen gebeuren als we wel met de auto waren geweest en ze ons hadden meegenomen. Het was natuurlijk vrij naïef van ons om te bedenken dat er een grot met slangen zou zijn. Als die er al was geweest was het wel een grote toeristische attractie, waar vele bussen heen gingen.



Rodeo


Weer een wijze les rijker trokken we verder door het land van de onbegrensde mogelijkheden. Op zoek naar avonturen die ik late aan mijn kinderen zou kunnen vertellen. We hoefden niet lang te wachten. Vlak bij de Monument Valley kreeg mijn vriendin een lekke band. Een spijker was er dwars doorheen gegaan. Even verderop was een dorpje en daar zijn we heen gelopen. Bij het benzinestation heb ik de band verwisseld. We hadden ondertussen niet zo veel zin meer om nog verder te fietsen, dus mijn vriendin vroeg of we de tent achter het station mochten zetten. Het was er toch niet zo druk. Dat was geen probleem.

Vanuit de verte hoorden we steeds gejoel. We vroegen ons af wat dat zou zijn en gingen even kijken. Er bleek een rodeo aan de gang te zijn. Mensen moesten op een paard zo snel mogelijk een parcours afleggen. Om het niet al te makkelijk te makken zaten er vrij scherpe bochten in. De paarden waren blijkbaar heel wat gewend want in volle vaart gingen ze op de bochten af waar hun berijder aan de teugels trok en het paard zo de bocht om gleed. We hebben hier een tijdje gezeten om dit spektakel goed te zien. We hadden toch niets anders te doen.

Midden in de nacht hoorde ik opeens een getik op de tent, en een geritsel. Ik dacht dat het een wilde hond was, maar die kan volgens mij nog niet giechelen. Hier waren vandalen aan het werk die ons met steentjes aan het bekogelen waren. Zolang het geen grote stenen waren vond ik het niet zo erg. Niet leuk natuurlijk, maar om nu de tent uit te gaan en achter de kinderen aan te hollen leek me ook geen goed idee. En dan hadden ze er nog een attractie bij. Ik bleef dus stil in de tent liggen en het hield vanzelf op. Bij het opbreken van de tent bleek er een scheur in te zitten. Bij het benzinestation hebben we een isolatieplakband gekocht om de scheur mee dicht te plakken. Het tweede litteken op de tent waar een verhaal bij hoort.

Het beeld dat een hoop mensen hebben van Monument Valley klopt aardig. Een grote uitgestrekte droge vlakte met daarin hoge rotsformaties die de horizon domineren. Hier zijn de films met John Wayne opgenomen, en we verwachten dan ook ieder moment een aanval van wilde indianen. Ook een stukje van de film Thelma & Louise is hier opgenomen. Op een gegeven moment kijken we achterom en zien we de weg lopen die gebruikt is voor de voorkant van de video. Wij dus stoppen en een foto maken zodat we kunnen bewijzen dat we er ook geweest zijn. Het is hier trouwens erg rustig. Af en toe komt er een auto langs, terwijl dit toch één van de mooiste stukjes land is wat we tot nu toe zijn tegengekomen. Ons hoort u niet klagen.





Langzaam verlaten we het warme zuidwesten van Amerika en gaan we meer naar een bergachtig gebied. De Rocky Mountains. De droge vlaktes worden ingeruild voor beboste bergen en ook de temperatuur zakt een flink aantal graden. De weg loopt geleidelijk langs de bergen. Af en toe een beetje omhoog en dan weer naar beneden. Nog niet echt steil. Totdat we in de buurt komen van... daar is de Wolf Creek Pas. Al een paar dagen horen we van verschillende mensen dat die erg steil is en dat we het vreselijk moeilijk gaan krijgen om daar overheen te komen. Iemand vroeg zelfs of we het in één dag gingen rijden. Wat een gezellig vooruitzicht. We lieten de moed niet zakken en reden geconcentreerd op de pas af. Ook dit schaapje zouden we wel wassen. Niets kan ons meer tegenhouden.

De beklimming ging erg moeizaam. Hij was inderdaad steil en het was koud. Al na twee kilometer moest ik van de fiets af om op adem te komen. Echt soepel ging het niet. Mijn vriendin had er minder moeite mee en zij reed dan ook door. Mezelf afvragend waarom we met deze martelgang bezig waren ging ik toch weer verder. Om de twee kilometer moest ik even van de fiets af. Vandaag hing het niet zoals ik graag gewild had. Dat kan wel eens gebeuren, en meestal is het niet op een rustdag, maar zoals nu op een klim dag. Uiteindelijk ben ik toch boven gekomen waar mijn vriendin stond te praten met een man op een fiets. Het was al een wat oudere man. Hij vertelde dat hij vanuit Seattle naar Los Angeles fietste om daar zijn zoon te bezoeken. Hij had deze weg genomen omdat hij dacht dat er niet zoveel bergen waren. Dat viel toch een beetje tegen. Ons met groot respect voor hem achterlatend ging hij weer verder. Dit was mijn toekomst ideaal. Rustig een beetje rondfietsen en wat van het land zien. Met een warm gevoel van binnen reden we de afdaling tegemoet. Ook weer een voordeel van fietsen. Omhoog gaat het niet altijd even makkelijk, maar wanneer je naar beneden gaat ben je dat alweer vergeten.

Boven op een pas van ruim 3400 meter stopten we om te gaan lunchen. Na een paar broodjes stopte er een auto. Daar kwamen vier mensen uit die niet gekleed waren om op survival te gaan. Hoge hakken voor de vrouwen en een overhemd voor de mannen. Een vrouw zag ons zitten met de fietsen en vroeg waar we vandaan kwamen.

"Uit Nederland" zeiden wij.

"Dat is toch dat land met die hoge bergen"? Vroeg zei. Waarop haar man zei:"in Nederland zijn helemaal geen bergen. Dat land ligt onder zeeniveau en is omringd door dijken. Ik zou daar nooit durven wonen. Veel te gevaarlijk". Had de vrouw weer even wat geleerd boven op de berg.

Doordat ze last begon te krijgen van de ijle lucht gingen ze snel weer verder.

In Crawford hadden we een mooi plekje gevonden om te overnachten. Een kleine, rustige camping aan een meer met een mooi uitzicht op de bergen. Om hier extra van te gaan genieten zouden we ook een rustdag gaan houden. Veel hebben we niet kunnen genieten, maar rusten des te meer. Het regende en onweerde de gehele dag en om dan aan het meertje te gaan zitten om naar de bergen te kijken zagen we niet zo zitten. We hebben de dag in de tent doorgebracht.

De volgende dag word ik al vroeg wakker van een enorm geraas. Nog een beetje suf van de slaap denk ik dat er een wervelwind aankomt om ons met tent en al mee de lucht in te slepen net als in de Wizard of Oz. Het geraas werd harder en harder. We wisten absoluut niet wat te doen om dit goed te laten aflopen. Opeens vielen er met zware klappen harde voorwerpen op de tent. Het was dus geen wervelwind maar een hagelbui. Maar dan geen gewone hagelstenen

maar stenen van 3 à 4 cm. In een flits schoot er door me heen wat ik nu moest doen. De tent plat gooien omdat anders de stenen dwars door het doek gaan. Tegelijk bedacht ik me dat wij nog in de tent zaten en dat wij dan die sten op ons hoofd zouden krijgen wat ook geen lolletje is. Voordat we het beseften was de bui al over en konden we naar buiten om de schade te bekijken. Dat viel mee. Alles was nog heel. Snel nog foto's maken van de stukken ijs voordat ze waren gesmolten.






Independence Pass


Het letterlijke hoogtepunt van de vakantie was de beklimming van de Independence pas. Bijna 3700 meter hoog. We zaten op een camping vlak bij Aspen aan de voet van de pas. De dag waarop we deze reus zouden trotseren was het slecht weer. Het regende en om de bergen hing een grauwe rand van bewolking. Daar hadden we niets aan. Je gaat natuurlijk niet een berg oprijden om alleen in de wolken te zitten. Je doet het ook voor het uitzicht. We besloten om nog een dag te wachten.

De volgende dag was het wel een beetje beter, maar nog niet het weer waar we op hadden gehoopt. De reservedagen waren op, dus we moesten wel op pad. Dat is wel een nadeel als je een retourticket neemt. De datum waarop je terug moet staat al vast en dan moet je ook in het vliegtuig zitten, anders kom je in de problemen. Wat mij moreel altijd erg steunt is als ik andere fietsers tegen kom. Dan heb ik het idee dat we niet de enigste gestoorden zijn die dit doen. Op dat moment kan ik dan de hele wereld aan en zie ik alles weer zitten, zo ook nu. We waren op een paar kilometer van de top, en het nadeel daarvan is dat je de top al kunt zien. Die was nog erg hoog en ver. Geestelijk is dat niet bevorderlijk voor het lichamelijke. Mijn benen kregen geen zin meer. Opeens kwam daar uit het niets een fietser naar beneden razen. Hij schreeuwde nog iets van "het is fantastisch". Gelijk had ik weer zin om naar boven te gaan.

Eenmaal boven aangekomen viel het uitzicht tegen. Veel bewolking en tot overmaat van ramp ging het ook nog sneeuwen. Alles wat ons lichaam een beetje warm kon houden in de afdaling hebben we aangetrokken. En dat was nog te weinig. Klapperend van de kou kwamen we beneden in het dorpje. Daar zijn we op zoek gegaan naar een bar om thee te drinken. Om het te vieren dat we de Independence pas beklommen hadden namen we ook nog een taartje. Het tafeltje naast ons werd bezet door een jongen van rond de 30 in een beetje verwaarloosde kleren. Zoals heel vaak gebeurd in Amerika kwamen we met hem in gesprek. Wij vertelden ons verhaal, welk stuk we aan het fietsen waren en dat we net de pas over gegaan waren.

Hij vertelde dat hij de Continentaal Divide, van Canada tot aan Mexico, aan het lopen was. De Continental Divide is een denkbeeldige lijn over de Rocky Mountains waar het water aan de ene kant naar de Grote Oceaan stroomt en aan de andere kant naar de Atlantische Oceaan. Hij had er al 1700 mile opzitten.

Op het moment dat we om de rekening vroegen zei de bediende dat een oudere man achter ons die al betaald had. Hij had ons boven op de berg gezien met onze fietsen en dit hadden we wel verdiend.

Na zes weken fietsen waren we in Denver aangekomen. Toen zijn we naar huis gevlogen waar we beiden een eigen weg insloegen. Na ruim vier jaar van samen zijn was dit een afgesloten hoofdstuk.


Weg bij Marysvale, Utah.


Zion National Park.


Poseermoment bij de Grand Canyon.


Weg naar Monument Valley.


Weg door Monument Valley.


Weg naar Creede, Colorado.


Weg naar Gunnison, Colorado.


Size does matter?


Afdaling van de McClure Pass (8755 ft), Colorado.


Statistieken VS 1993